Oververhitting en brandstof
Lees altijd voor gebruik de handleiding!
Oververhitting in de houtkachel
Oververhitting komt regelmatig voor. Men wil de houtkachel snel mogelijk op temperatuur krijgen. Dit met het doel om zo snel mogelijk de ruimte te verwarmen. Bij oververhitting kunnen zowel de kachel als de pijp beschadigen. De kachel kan zo heet worden dat de kachel of de pijp roodgloeiend wordt. Schroeven en metalen delen kunnen gaan vastzitten, glas kan springen en afdichtingskoord kunnen gaan afbrokkelen.
Blijf denken aan de risico's van oververhitting. De garantie vervalt altijd in dergelijke gevallen.
Brandstoffen in de houtkachel
Houtkachels zijn uitsluitend geschikt voor het stoken met schoon en droog gekloofd/gekliefd hout, van een niet te groot formaat (lengte van rond de 35 cm en polsdikte). Wij adviseren fruitbomen, essen, eiken, berken- of beukenhout dat minimaal 2 jaar buiten onder een afdak heeft gelegen. *Eiken en beuk zelfs 3 jaar. De vochtigheid van het hout dient zich te bevinden tussen 12% en 18%. Dit is te controleren met een vocht meter. Boven deze percentage bent u aan het branden en blussen. Het rookkanaal raakt verstopt met roet, teer en creosoot. De rookgastemperatuur word zo laag en kan veel stank en overlast en zelf een schoorsteenbrand als gevolg veroorzaken.
Het is altijd verboden te stoken met spaanplaat, gelakt, geverfd, gelijmd, geïmpregneerd- of geperst hout en (tropisch)hardhout (b.v. Azobé, meranti, bankirai, meerpaal en gewolmaniseerd hout). Gewolmaniseerd hout kan zelfs RVS laten roesten!
Het stoken met deze stoffen schaadt de levensduur van de kachel en het milieu en is derhalve niet toegestaan, tevens komt altijd de garantie hiermee te vervallen. Onderdelen zoals glas, koord en binnenwerken van de brandkamer die met het vuur in contact komen vallen nooit onder garantie van de fabriek, van welk merk dan ook.